Voortplanting en ontwikkeling HAVO 4-5

Biologie oefenen: Puzzel mee! @BioSuus

Hulp bij de voortplanting: van embryonale ontwikkeling naar baby.


1. Na bevruchting gaan de cellen van het ontwikkelend embryo zich delen zonder te groeien. Dit noemen we
2. Na bevruchting van één eicel door één zaadcel kan na splitsing van de bevruchte eicel een .............................. tweeling ontstaan.
3. Wanneer na ovulatie twee eicellen uit de eierstokken vrijgekomen zijn kunnen twee zaadcellen zorgen voor bevruchting. Hierdoor kan een ................................... tweeling ontstaan.
4. Wanneer de splitsing van een bevruchte eicel onvolledig is ontstaat een ....................................... tweeling.
5. Wanneer bij het ontstaan van een geslachtscel een mutatie ontstaan is waarbij de chromosomen ongelijk verdeeld zijn spreken we van een ........................................ mutatie.
6. HCG zorgt voor het stimuleren van de aanmaak van dit vrouwelijk geslachtshormoon door het gele lichaam in stand te houden.
7. Tijdens de innesteling wordt door de vorming van vlokken in het baarmoederslijmvlies dit orgaan ontwikkeld.
8. De eerste drie maanden van de zwangerschap noemen we de ontwikkelende baby zo.
9. Na drie maanden zijn alle organen aangelegd en noemen we de ontwikkelende baby zo.
10. Onder invloed van dit hypofysehormoon start de ontsluiting eerste fase van de bevalling.
11. Tijdens deze fase van de bevalling krijgt de vrouw persweeën.
12. Tijdens deze fase van de bevalling komen de placenta, resten van de vruchtvliezen en de navelstreng uit de baarmoeder.
13. Bij deze ligging ligt de foetus met de billen richting de baarmoedermond.
14. Als een zwangerschap niet vanzelf gaat kan gekozen worden om in het ziekenhuis hulp te krijgen bij bevruchting. Bij deze vruchtbaarheidsbehandeling wordt na overstimulering van de follikels een aantal eicellen uit de eierstokken gehaald. In het laboratorium worden de eicellen samen met zaadcellen in een schaaltje bij elkaar gebracht. De zaadcellen bevruchten de eicellen. Eén of twee embryo’s wordt teruggeplaatst in de baarmoeder. Hoe heeft deze vorm van vruchtbaarheidsbehandeling?
15. Bij deze vorm van vruchtbaarheidsbehandeling wordt één zaadcel in een eicel ingebracht, waarna een embryo ontwikkelt en deze in de baarmoeder geplaatst kan worden. Hoe heet deze vorm van vruchtbaarheidsbehandeling?
16. Bij deze vorm van prenatale diagnostiek worden cellen van de placenta onderzocht op afwijkingen in het genotype.
17. Bij deze vorm van prenatale diagnostiek worden cellen van het vruchtwater onderzocht op afwijkingen in het genotype.
18. Wanneer je één afwijkend allel EN één normaal allel in je genotype hebt. Dan ben je ........................... van de erfelijke afwijking.
19. Deze vorm van prenatale diagnostiek kan alleen toegepast worden tijdens het proces van een vruchtbaarheidsbehandeling.
20. Bij deze vorm van prenatale diagnostiek wordt de foetus door middel van geluidsgolven onderzocht.
21. Bij deze vorm van neonatale diagnostiek worden pasgeboren baby’s onderzocht op erfelijke stofwisselingsziekten.