voeding en vertering VMBO 4

Biologie oefenen: Puzzel mee! @BioSuus

Vertering


1. Het afbreken van voedingsstoffen die niet door de darmwand heen kunnen.
2. Speeksel is een voorbeeld van een.............................................
3. Afbraak van voedingsstoffen start hier.
4. Hier worden sappen voor de vertering aangemaakt.
5. Door kauwen zorg je hiervoor.
6. Afwisselende samentrekking van kringspieren en lengtespieren in je darmen noem je.
7. In verteringssappen zitten.
8. Met je tong duw je voedsel naar................................
9. Bij slikken sluit dit deel je neusholte af.
10. Bij slikken sluit dit deel je luchtpijp af.
11. De maagsapklier voegt dit toe aan je voedsel.
12. Deze stof in maagsap zorgt voor een lage pH en het doden van bacteriën.
13. Enzymen in de maag breken deze voedingsstof af.
14. Enzymen in het speeksel breken deze voedingsstof af.
15. Deze stof emulgeert vetten.
16. Deze kringspier sluit de uitgang van de maag af.
17. Dit deel van het verteringsstelsel komt direct na de maag.
18. Dit orgaan produceert sap dat afgegeven wordt aan de twaalfvingerige darm om eiwitten, koolhydraten en vetten te verteren.
19. Dit orgaan produceert gal.
20. Hier wordt gal tijdelijk opgeslagen.
21. Dit hormoon, dat geproduceerd wordt door de alvleesklier, zorgt voor verlagen van glucose in het bloed.
22. Dit hormoon, dat geproduceerd wordt door de alvleesklier, zorgt voor verhogen van glucose in het bloed.
23. Dit deel van het verteringsstelsel is wel 6 meter lang.
24. Dit verteringssap maakt de vertering van eiwitten en koolhydraten af.
25. Uitstulpingen van de darmplooien noemen we.
26. Door de darmplooien heb je een ........................................ oppervlak voor voedingsstoffen.
27. Dit bloedvat brengt bloed met veel voedingsstoffen naar de lever.
28. In dit deel van het verteringsstelsel leven bacteriën die helpen bij de vertering van cellulose van celwanden.
29. In de deel van het verteringsstelsel wordt veel water uit je voeding gehaald.
30. Als je een ontsteking aan je darmen hebt dan krijg je hier last van.
31. Hoe heet het deel van het verteringsstelsel waar onverteerde voedselresten als ontlasting tijdelijk opgeslagen wordt?
32. Deze kringspier ontspant zich als je wilt poepen.