1. Het grootste orgaan van ons lichaam.

2. Bovenste huidlaag, deze bestaat uit twee lagen.

3. Laag van de huid die bestaat uit dode huidcellen.

4. Laag van de huid die bestaat uit levende cellen.

5. Verdikte plek in de hoornlaag.

6. Cellen in de kiemlaag die de huid beschermen tegen UVstraling.

7. Laag van de huid waar zintuigcellen en bloedvaten in liggen.

8. Uitstulping van de kiemlaag in de lederhuid.

9. Scheid een vettige stof uit die de huid soepel houdt.

10. Scheidt water en zouten uit om het lichaam op temperatuur te houden.

11. Met deze uiteinden van gevoelszenuwcellen kun je pijn waarnemen.

12. Met deze uiteinden van gevoelszenuwcellen kun je voelen.

13. Met deze uiteinden van de gevoelszenuwcellen kun je warmte waarnemen.

14. Met deze uiteinden van de gevoelszenuwcellen kun je kou waarnemen.

15. Met deze uiteinden van de gevoelszenuwcellen kun je druk waarnemen.

16. Laag onder de huid die bestaat uit cellen met vacuolen waarin vet opgeslagen is.

17. Een dier dat zijn lichaamstemperatuur zelf constant houdt noemen we.

18. Hierdoor kun je je lichaam laten afkoelen bij inspanning.

19. Kippenvel zorgt ervoor dat je opwarmt. Tussen de haren die rechtop staan ontstaat dit.