1. Wanneer bij transplantatie een weefsel door witte bloedcellen gezien wordt als lichaamsvreemd is er kans op.

2. Niet gespecialiseerde cellen die het vermogen hebben om te doelen noemen we zo.

3. Klein ringvormig stukje DNA in een bacterie die we gebruiken in de biotechnologie.

4. Het door mensen inbouwen van een gen van een organisme in een bacterieel DNA noemen we

5. Het maken van weefsels in een laboratorium noemen we

6. Dit menselijk hormoon wordt met behulp van bacteriën gevormd om medicatie van te maken voor diabetes patiënten.

7. Dit type medicijn werkt bij de bestrijding van bacteriën.

8. Eencellige organismen zonder celkern noemen we zo.

9. Organismen met membranen rond de organellen noemen we zo.

10. Organismen die zelf hun eigen voedsel maken noemen we zo.

11. Organismen die andere organismen nodig hebben als voedingsbron noemen we zo.

12. Bouwstof van de celwand van schimmelcellen.

13. Bouwstof van de celwand van plantencellen.

14. Gisten vormen dit gas tijdens de verbranding zonder zuurstof.

15. Gisten vormen deze stof tijdens de verbranding zonder zuurstof.

16. Spiercellen vormen deze stof tijdens de verbranding zonder zuurstof.

17. Een stofwisselingsproces waarbij organische stoffen afgebroken worden noemen we.

18. Een stofwisselingsproces waarbij organische stoffen opgebouwd worden noemen we.

19. Bij de fotosynthese wordt uit de anorganische stoffen koolstofdioxide en water deze organische stof gevormd.

20. Deze bouwsteen voor aminozuren kunnen alleen planten via een stof uit de bodem opnemen.

21. Deze plastide kan van kleur veranderen na rijping van fruit.

22. Na rijping van fruit zorgt deze plastide voor de kleur.

23. In deze plastide wordt zetmeel opgeslagen.